Mafketel5
V
"Waarom zit je hier?" vroeg Dagmar. "Kun je thuis niet werken?"
Hij schudde het hoofd. "Ik heb in het nieuwe huis nog geen internet en dus moet ik toch naar hier komen om het op jouw bureau te droppen. Bovendien zit de cliënt hier in Bovengraven en hij moet hem ook nog lezen."
"Uh-huh." Ze wees naar het lege scherm. "En lukt het een beetje?"
"Ja, hoor. Tegen het einde van de ochtend is hij af."
"Dat zal Samuel fijn vinden." Dagmar grinnikte. "Dat je eens op tijd bent."
"Stik maar." Hij keek haar na terwijl ze terugliep naar haar glazen hokje. Leuke meid. Beetje mollig, maar net mollig genoeg op de juiste plaatsen. Bovendien had ze een lief gezichtje en ze was áárdig. De meeste hier zagen hem als een tweederangs journalist omdat hij voornamelijk publi-reportages schreef. Publi's betaalden beter dan journalistiek werk en er zat minder werk in. Al het onderzoek werd aangedragen door de cliënt en het was alleen maar de kunst om de reclameboodschap eruit te laten zien als een echt artikel.
En hij was er goed in. Dat had Samuel hem al meerdere keren gezegd en Samuel bleef hem maar publi's aanreiken. Dat maakte hem dus geen mindere journalist.
Dagmar ging achter haar bureau zitten en keek met een schuin oog naar hem. Ze glimlachte toen ze zag dat hij zat te kijken en maakte met haar handen bewegingen alsof ze in de lucht typte.
Hij trok een gezicht en boog zich over zijn toetsenbord. Zijn erectie knelde pijnlijk in zijn nauwe spijkerbroek en hij ging ongemakkelijk verzitten. Hoe heerlijk zou het zijn als Dagmar op een goeie dag gebukt tegen het bureau zou staan, haar rok omhoog geschoven tot haar middel en haar slipje op de spijkerbroek rond zijn enkels. Ze zou haar wang tegen het beeldscherm persen terwijl haar tepels woorden typten: "Dkseokndflk gdfdajdjkld jkhfgcnckldfj kjdjkd kdkkdkdkdf kjfddfkjldjkd."
Hij wiste de letters en staarde naar het lege scherm.
Dagmar was aan de telefoon en ze lachte dat kirrende lachje van haar; het hoofd in de nek, één hand tegen haar keel. Ze had haar benen over elkaar geslagen en één pump bengelde nog net aan haar tenen.
Godallemachtig!
Hij boog voorover om haar niet meer te zien. "Fotograferen is een vak," typte hij, "en met die woorden in gedachten begon Frans Verduin een praktijk als fotograaf, eerst in de..."
"Herbert?"
"Sjees!" Hij kwam zo snel omhoog dat de stoel tegen de achterwand reed.
"Rustig maar. It is me, remember?" Dagmar giechelde. "Heb je een slecht geweten?"
"Ik was druk bezig."
Dagmar leunde opzij en keek naar zijn beeldscherm. "Jah... In elk geval is er een enveloppe voor je gekomen. Alweer eentje." Ze keek hem bestraffend aan. "Je gebruikt dit adres toch niet om post van je vriendinnetjes te ontvangen, wel?"
"Doe niet zo raar. Ik heb geen vriendinnetjes. Je weet dat ik naar jou smacht."
"Niet doen," zei Dagmar. "Ik dacht trouwens dat je met iemand was?"
"Tiny," gaf hij toe, "maar ik zat aan een triootje te denken."
"Grappig," vond Dagmar. "Je kunt beter aan je publi denken. En gewoon je post openmaken."
Hij wilde de enveloppe uit haar handen grissen, maar zij trok hem terug.
"Het is toch voor je werk, of niet?"
"Maak je niet dik. Het is van de hondenclub. Ik doe een artikel over ze en de voorzitter zou me een bandje sturen."
"Met hondengeblaf?"
"Met informatie. Ze had geen tijd voor een interview en daarom heeft ze het opgenomen op een bandje." Het liegen ging hem verdraaid goed af. Zolang hij niet in haar zeegroene ogen keek, in ieder geval.
"Nu ja..." Ze gaf hem de enveloppe. "Ik meen het, Herbert. Denk ook een beetje aan je publi. De tijd tikt, weet je."
Hij knikte gedwee en vergat zelfs om naar haar deinende achterste te kijken terwijl ze wegliep. Hij grabbelde de cassette uit de enveloppe en dacht er net op tijd aan om de koptelefoon op te zetten voor hij op PLAY drukte.
"Ha, die Herbert."
"Ha, die Mafketel."
"Hoe gaat het met je publi? Schiet het al op? Ik dacht, ik meld me weer even om Herbert een hart onder de riem te steken."
"Om mij te storen, zul je bedoelen." Hij keek met een scheef oog naar Dagmar en stak een sigaret op. Eigenlijk mocht er niet gerookt worden in de kantoren van de 'Nieuwe Koerier', maar hij moest zich ergens aan vasthouden als Mafketel hem weer iets in zijn maag splitste.
"Je bent goed bezig met die zeven," ging Mafketel door. "Maar dat was natuurlijk een weggevertje. Ik had je gezegd dat het er zeven zouden zijn. En voor je op ideeën komt: het zijn niet de zeven hoofdzonden, want..."
"Dat had ik al bedacht, lul de behanger!"
"…zou Diana model moeten staan voor Superbia, hoogmoed, hovaardigheid, trots. Nou, dat doet ze niet. Je zult dus verder moeten zoeken. De zeven hoofdzonden zou ook te gemakkelijk zijn, vind je niet? Daar is al een film van gemaakt. Wie speelde er ook weer in mee? Ah ja, Pitt! Brad Pitt en Morgan Freeman. Twee rásacteurs. Goeie film ook, trouwens. Zat goed in elkaar."
"Wat bazel je nou toch allemaal, man?"
"…wij ook zo'n goed verhaal maken? Stel je voor dat dit verfilmd gaat worden! Jij en ik in een nieuwe, schokkende reeks moorden. Wat voor zeven zal het deze keer zijn? Brad Pitt moet mij spelen, vind ik, maar dan zou Morgan Freeman jou moeten spelen. Dat zal hij nooit doen, denk ik..."
Het bleef even stil.
Godallemachtig! Mafketel zat te bazelen! Wat was hier het doel van? Hij leunde naar voren en zag dat Dagmar alweer aan de telefoon zat. Ze zat nu keurig rechtop met haar voetjes netjes naast elkaar. Ze had haar pumps uitgeschopt en wreef...
"Woody Allen," klonk ineens de stem. "Woody Allen moet jou spelen! Dat zou wat zijn: Woody Allen en Brad Pitt in één film! We noemen hem: 'six down, one to go...' Hoe vind je dat?"
"Ik vin' het niks," grauwde hij. "Kom op, man! Wat moet je nou?"
"Maar..." Er klonk een diepe, klaaglijke zucht. "Als film is dit niks. Het sijpelt zomaar een beetje vooruit. We zouden het wat spannender moeten maken." Het bleef weer even stil en toen klonk het geluid alsof Mafketel met zijn vingers knipte. "Snelheid!" zei hij. "We moeten er snelheid in brengen. Kijk, de kijker weet dat het om Tiny gaat en dus moeten we vanaf nu daar met wat meer vaart naartoe werken. Wat zou je ervan zeggen als we het tempo wat opvoeren? Zeg, één dooie per dag?"
Hij schoot overeind en stootte zijn knie tegen de onderkant van het bureau. "Eén dooie per dag? Ben je gek geworden? Dat kan niet!"
"Dan heb je... wat voor dag is het nu? Dinsdag. Dan heb je tot zaterdag om Tiny te redden."
"Dat red ik nooit!"
"Dat moet te doen zijn. Ja, één dag, één dooie. En zaterdag is het feest. Zaterdag doen we de zevende en dat zal Tiny zijn. Zij is de belichaming van de zevende. Echt Herbert, ik heb er aan zitten te denken om een ander zustertje uit dat ziekenhuis te nemen. Dat zou ook wel kloppen, denk ik, want het gaat eigenlijk ook wel over dat ziekenhuis." Het bleef even stil. "Nee," zei Mafketel toen ineens alsof hij werkelijk had overwogen om Tiny niet te nemen. "Nee, ik denk toch dat ik het maar bij Tiny houdt. Ze heeft precies dat wat eigenlijk wordt bedoeld, Herbert. Ik kan haar niet laten gaan. Bovendien is ze... lékker. Weet je, ik verlang er eigenlijk al naar om haar te doen. Ik zal ervan genieten, denk ik."
"Dat dénk je maar! Ik zal je voor die tijd vinden, Mafketel! Ik zal... " Hij hoorde zichzelf terwijl hij een koptelefoon droeg en hij dempte zijn stem. "Geloof me, Mafketel. Zover gaat het niet komen."
"Eén dag, één dooie," herhaalde Mafketel. "Dat klinkt ook wel lekker als filmtitel."
"Val maar dood! Het zal geen zaterdag worden voor jou, Mafketel. Ik ga..."
"Maar jij moet nu met je publi aan de gang gaan," zei Mafketel ineens. "De tijd tikt, weet je."
"Shit!" Hij keek op zijn horloge. Kwart voor één!
Hij sloeg met zijn knokkels op de STOPknop. Geen tijd meer om de publi te herschrijven. Geen tijd meer om een lekker geoliede, goed doortimmerde tekst te schrijven. Die verdomde Mafketel ook met zijn gezeik.
Haastig ramde hij zijn eigen USB-stick in de computer, laadde zijn stukken kladtekst, schreef er wat stoppers tussen en egaliseerde de hele zooi met wat voegwoorden en standaarduitdrukkingen. Niet bepaald het beste wat hij ooit had geschreven, maar het was acceptabel en goed leesbaar. Hij kon beter, maar daar was geen tijd meer voor.
Bovendien, het was maar een publi-reportage. Mafketel kon nog wel eens veel belangrijker worden. Hij had hem in ieder geval al wat meer informatie gegeven en het was duidelijk dat hij graag praatte over zijn afwijking. Dat kon nog wel eens een heel goed verhaal opleveren. Dan kon hij zijn briljante schrijftechniek ten toon spreiden en tegelijkertijd het nieuwste nieuws aller tijden presenteren. Als dit iets werd dan was hij binnen!
Hij stak de geprinte versie in zijn binnenzak en liep naar buiten. Het was niet ver naar het centrum en hij kon net zo goed te voet gaan. De buitenlucht zou hem goed doen. Beetje de muizenissen uit zijn hoofd laten waaien.
"Godver!" De winkel was gesloten. De blinden waren neergelaten en besluiteloos bleef hij voor de deur staan. Hij zou de tekst door de brievenbus naar binnen kunnen schuiven, maar hij had de mening van de fotograaf nodig. Iemand die betaalde voor een reportage had natuurlijk het laatste woord, hoewel dat maar een formaliteit was. De meeste klanten waren nog niet in staat om een boodschappenlijstje te schrijven dus een artikel waarin hun naam voorkwam was al gauw goed. Maar het protocol eiste nou eenmaal dat hij de definitieve versie eerst aan de klant liet lezen.
En nu was die zak niet thuis!
Hij belde aan bij het woonhuis. Misschien was een sluitingsdag niet per se een vrije dag. Misschien zat hij in zijn donkere kamer, of wat een fotograaf ook deed als hij zijn winkel sloot.
Het was mevrouw de fotograaf die opendeed. "Gunst, mijn man is niet thuis. Hij is naar een opdracht. Hij komt vanavond laat pas thuis."
Vanavond laat? Wat was dat voor een opdracht?
"Het is een bruiloft" legde ze uit alsof ze zijn gedachten had gelezen. "De winkel is dinsdagmiddag en woensdag gesloten. Hij komt pas rond middernacht weer terug."
"Barst! Ik heb de eindtekst voor de publireportage en ik had gedacht dat hij die eerst wilde lezen, maar ik heb ook een deadline om twee uur."
"Ik weet ervan," zei ze. "Kom even binnen."
Ach ja, zij kon hem ook wel beoordelen. Als een fotograaf een stuk tekst kon beoordelen dan kon mevrouw de fotograaf dat ook. Zo moeilijk kon dat niet zijn. Zelfs de vrouw van de fotograaf kon beoordelen of de journalist een goed stukje had geschreven.
Maar dat was niet eerlijk; ze was wel aardig. Tijdens het eerste interview had ze er ook bij gezeten. Op de achtergrond, een Flair lezend en chocolaatjes etend. Ze had meegeluisterd en zelfs een keer geglimlacht toen meneer de fotograaf probeerde om indruk te maken door wat vaktermen in de rondte te strooien. Herbert had die poging handig gepareerd door hem te corrigeren op een overdrijvinkje. Jawel, meneer de pennenlikker had in een ver verleden ook al wat gefotografeerd en bovendien had hij zich terdege voorbereid. Ze had geglimlacht en hem een blik vol verstandhouding toegeworpen.
"Wil je iets drinken? Bier? Fris?"
Hij bedankte. "Of nee, doe toch maar een pilsje."
"Goed idee. Ga zitten."
Hij ging op de bank zitten en keek rond. Aan de wand hingen meer dan levensgrote portretten van de papa en mama van haar. Dat dacht Herbert in ieder geval. Oma leek op haar, of andersom. Hij keek naar de andere muren, maar er waren geen portretten van de ouders van meneer de fotograaf. Die waren waarschijnlijk te lelijk om aan de muur te hangen…
Naast hem op de bank lag een weekblad en het verbaasde Herbert niet dat het de nieuwste Flair was. Een exemplaar van 'De Nieuwe Koerier' lag pontificaal midden op de tafel. Daarnaast stond een koffiemok met een mondje van lipstick op de rand. Haar mondje…
Een strijkplank stond beladen met was voor de tv. Nog meer van die burgerlijke blouses en rokken. In de wasmand beha’s en witte onderbroekjes met veel kant. Haar onderbroekjes…
Hij keek naar haar terwijl ze een bierflesje ontkroonde. Ze moest op haar tenen staan om bij het bovenste kastje te kunnen en haar blouse glipte uit haar rok. Haar buik puilde wat over de boord, de huid was wit.
En? Het was winter! Als iemand nu bruin was dan was het zonnebankbruin.
"De winkel is dinsdags tot één uur open," zei ze zonder aanleiding, "en normaal trek ik dan ’s middags iets anders aan. Dit is zo stijf."
En je blouse piept uit je rok als je naar een bierglas reikt, dacht Herbert. Onhandig.
"Ik wilde me juist omkleden. Dat doe ik altijd direct als de winkel sluit. Dit zit zo ongemakkelijk."
"U hoeft zich voor mij niet om te kleden, hoor." Dat zou wat zijn! 'Dus, als je even een ogenblikje hebt dan doe ik dat nog even snel.' En ze kleedt zich uit. Een gemakkelijk zittend joggingpak ligt op de strijkplank en natuurlijk wil ze geen ondergoed onder een joggingpak dragen. Ze draait hem zijn rug toe terwijl ze het slipje van haar billen pelt. Als ze zich bukt om uit haar broekje te stappen krijgt hij langs achter een riant uitzicht op…
Zoiets gebeurde natuurlijk alleen in dromen.
In nachtmerries, in dit geval. Als dit een natte droom moest zijn dan had hij wel een ander soort vrouw gedroomd. Deze dame was niet bloedmooi, had geen lange benen en geen grote tieten.
Hoewel, terwijl ze in de andere stoel ging zitten en het papier van tafel pakte, moest hij wat de tieten betrof zijn mening wat bijstellen. Het waren geen gróte tieten, maar toch.
Ze sloeg haar benen over elkaar liet een Indiase, gevlochten slipper aan haar tenen bengelen. Ze wipte haar voet zachtjes op en neer terwijl ze las. De nagellak van haar grote teen was afgebladderd en er zat eelt onder haar hiel.
"Hela." Ze keek hem over de rand van haar brilletje bestraffend aan. "Wat is de verleden tijd van ‘hij verkoopt’?"
"Watte?"
Ze stond op en ging naast hem op de bank zitten. Haar vinger gleed over de tekst: "Hier…’Hij verkochtte de foto’s voor…’ Tsk-tsk. Verkochtte?"
Hij hield zijn hoofd scheef deed of hij las, maar zijn ogen gleden over de opening in haar blouse. Dat kleine foutje zou de spellingchecker er wel uitpikken maar nu had hij een mooie gelegenheid om recht in haar blouse te kijken. De zwelling van haar borsten was gepoederd en de borsten keurig verpakt in een degelijke, witte beha. Zou ze ook zo’n witte, groot formaat onderbroek dragen? Zo eentje met pijpen en een inzetstukje om de buik wat op te spannen? Nee, ze droeg witte onderbroekjes met veel kant.
Hij kreeg hoofdpijn van de parfumlucht en hij perste z'n vingertoppen tegen zijn neusbrug.
Ze rook een beetje zurig. Zweet. Was het die ochtend druk geweest in de winkel, of had ze met zware dozen ontwikkelaar moeten zeulen? Kon meneer de fotograaf dat niet zelf doen?
Van dichtbij leken de poriën rond haar neus nog groter. De poeder was hier en daar geklonterd en er zaten een paar mee-eters op de neusrug.
Hij glimlachte. "Soms typ ik sneller dan ik kan denken. Voor ik kan denken dat ‘verkochtte’ fout is, staat het er al. Ik zal het er uithalen."
"Dat lijkt me een goed idee. Verder is het wel in orde. Beter dan vorig jaar."
"Vorig jaar," zei hij tevreden, "heb ik hem dan ook niet geschreven." Hij nam het papier terug.
"U doet dit werk nog niet zo lang?"
"Dit werk wel," zei hij vaag, "maar niet voor deze krant. Ik werk er nog maar een paar maanden."
"Leuk. Woont u allang in Ondergraven?"
"Ik ben hier geboren," zei hij verveeld.
"En altijd gebleven," begreep ze. "En? Woont u hier graag?"
"Jawel. Ik hou van de rust. Ik ben schrijver, weet u…" Blablabla. Hoe vaak had hij die stereotiepe zinnetjes al uitgesproken? Kwam er een moment dat mensen je niet meer vroegen of hij graag in dit stinkdorp woonde?
Hij woonde hier helemaal niet graag, maar Tiny werkte hier en het baantje bij 'De Nieuwe Koerier' was het soort baantje dat hij altijd al had willen hebben.
Maar ze babbelde natuurlijk zomaar wat. Wat moest ze anders zeggen tegen een lullige journalist die een tekst laat lezen en dan blijft zitten hoewel zij allang had duidelijk gemaakt dat het goed was?
"Ik moet weer eens opstappen."
Ze leek opgelucht en protesteerde niet. De vriendelijke glimlach was niet meer zo echt en haar blik dwaalde af terwijl hij haar hand schudde.
"Woensdag staat het in de krant," beloofde hij.
"Tot ziens." Ze liet hem niet uit en hij zocht op eigen kracht de weg naar de voordeur.